
Ik verhoog ook mijn stemgeluid als ik tegen baby’s praat. Het is bevestigd door
een familielid en door een tweede bron. Fuck, wat valt me dat tegen van mezelf.
Ik ontken nog steeds trouwens. Alle baby’s vallen snel in slaap door mijn
lage bariton. Ik ga er nog niet direct in mee.
Er zijn nog wel een aantal dingen die ik communicatief storend vind.
Wat mij echt dunne poep geeft, is millenial-vocabulaire. Zo’n
bakfiets-eikel met een man-bun die dan zegt : We zijn zwanger van ons eerste
kindje.
Ja, meervoudig we en kindje. Jij bent niet zwanger, eikel. Je eigen buik, dat
is je al iets te dikke pens omdat je een elektrische bakfiets hebt en geen
gewone.
En kindje, verkleinwoordje. Enorm jeukwoord. Ik geef het toe, ze zijn klein
bij geboorte. Hoewel mijn vrouw anders deed voorkomen bij een negen-ponder,
maar dit terzijde.
Als ik het schrijf, loopt het me al bijna dun in de broek.
Je kan ook zeggen. Mijn vrouw is zwanger en het is ons eerste kind.
Vrouw mag dan waarschijnlijk ook niet. Partner dan. Want misschien is het een
vrouw die zich eigenlijk man voelt.
Ik vat samen. Gebruik het goede persoonlijke voornaamwoord en vermijd
overbodige verkleinwoordjes. Pardon, verkleinwoorden.